Een wetenschappelijke ontdekking over radiogolven tart volgens onderzoekers de natuurwetten. Deze signalen kwamen niet van ergens boven, maar van diep onder het aardoppervlak.
Radiosignalen die door een NASA-ballon op grote hoogte zijn opgevangen, stellen wetenschappers voor een raadsel. De ballon, onderdeel van NASA’s experiment genaamd Antarctic Impulsive Transient Antenna, of ANITA, zweefde 40 kilometer boven het continent, op zoek naar neutrino’s en andere deeltjes, toen de gevoelige radioantennes onverwacht signalen oppikten die afkomstig waren van ergens onder – ver onder – het bevroren oppervlak van Antarctica. Natuurkundigen zeggen dat de radiogolven 6.000 tot 7.000 kilometer door vast ijs en gesteente heen zouden moeten zijn gegaan om dit soort ontvangst mogelijk te maken.
Hoewel het ballonproject inmiddels is stopgezet, blijven onderzoekers deze onverklaarbare transmissies bestuderen en publiceerden ze onlangs hun bevindingen in het tijdschrift Physical Review Letters. De onderzoekers stellen dat volgens alle natuurkundige modellen de signalen door het gesteente zouden moeten zijn geabsorbeerd en onopgemerkt zouden moeten zijn gebleven.
Wetenschappers weten dat dit geen neutrino’s zijn – de deeltjes die ze hadden verwacht – maar proberen nog steeds te achterhalen met wat voor soort radiosignalen ze te maken hebben. Nu het ANITA-project is stopgezet, zullen de volgende instrumenten die het mysterie moeten ontrafelen aan boord zijn van een werk in uitvoering: een team van de Pennsylvania State University bouwt iets groters en, naar ze hopen, beters: de Payload for Ultrahigh Energy Observation-missie.
Read More PI4RAZ